stuff
Uiterlijk
Niet te verwarren met: stuf |
- stuff
- [1] van Engels stuff zn
- [2] van Amerikaans Engels stuff zn , in de betekenis "drugs" aangetroffen vanaf 1966 [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuff | - |
verkleinwoord | - | - |
de stuff m
- materiaal waarmee je verder kunt werken (meestal in abstracte betekenis)
- Hij wil dingen van ons, om op te schrijven. ‘Geef me stuff! Harde brokken. Mag het ergens over gaan wat ik te schrijven zit? En heren... Wees daarbij wat guller met gevoel, geef me zicht. Wat gebeurt er buiten? Gaan er dingen om in ons verstand?’ [4]
- (informeel) recreatief gebruikt roesmiddel
- Zij zat in een koffieshop, nou, ik kwam daar elke keer. Gewoon om stuff te kopen. [5]
- (informeel) diverse voorwerpen als een geheel opgevat
- Zijn opa en oma helpen Justin om zijn stuff in het museum te krijgen. Onder andere zijn Grammy Award, microfoons, hockey tas en persoonlijke brieven zijn te zien in het museum. [6]
- [3] spul
- Het woord stuff staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stuff" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ stuff op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "stuff" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jongstra, A."Ikken onder ons" in: Tirade. 439 jrg. 55 nr. 3 (maart 2011) Van Oorschot, Amsterdam; p. 26; geraadpleegd 2019-05-15
- ↑ Gelder, P. van"10. De Wallen. Vriendjes en pooiers, wakaman en loverboys: nieuwe vormen van pooierschap" in:Hoving, I. e.a. (red.), Cultuur en migratie in Nederland. Veranderingen van het alledaagse 1950-2000. (2005) Sdu Uitgevers, Den Haag; ISBN 90 12 09773 8; p. 291; geraadpleegd 2019-05-15
- ↑ Justin krijgt zijn eigen tentoonstelling (8 januari 2018) op website: hitkrant.nl; geraadpleegd 2019-05-15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: stuff (VS) (hulp, bestand), stuff (AU) (hulp, bestand)
- IPA: /stʌf/
- Via Middelengels stuffen van Oudfrans} estoffer/estofer. Dit is op zijn beurt van Germaanse oorsprong (*stoppōn).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
stuff | stuffs |
stuff
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to stuff |
he/she/it | stuffs |
verleden tijd | stuffed |
voltooid deelwoord |
stuffed |
onvoltooid deelwoord |
stuffing |
gebiedende wijs | stuff |
stuff
- onovergankelijk, (voeding), (informeel) schrokken, vreten
- overgankelijk, (dierkunde) opzetten ww [5] (van dode dieren)
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Informeel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 72 %
- Prevalentie Vlaanderen 55 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Onovergankelijk werkwoord in het Engels
- Voeding in het Engels
- Informeel in het Engels
- Overgankelijk werkwoord in het Engels
- Dierkunde in het Engels