stroombed
Uiterlijk
- stroom·bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroombed | stroombedden |
verkleinwoord |
het stroombed o
- gebied waarin een rivier of beek stroomt
- Het woord 'stroombed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stroombed" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be