spaarboek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spaarboek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spaar·boek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  spaar zn  en  boek zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spaarboek	spaarboeken
verkleinwoord	spaarboekje	spaarboekjes

Zelfstandig naamwoord

het spaarboek o

1. spaarrekening bij een bank

   • Desramaults: ‘Ik heb het nooit voor het geld gedaan. Maar als je na twaalf jaar hard werken nog niets op je spaarboek hebt: dat gáát niet.’ 
   • Minister van Financiën Koen Geens heeft een wetsvoorstel klaar om de fiscale vrijstelling voor de 1.880 euro aan intresten op een spaarboek te beperken tot wie laat weten hoeveel intresten de rekeninghouder opstrijkt. Daarmee viseert Geens, volgens het NSZ, ondernemers en kmo’s die hun financiële reserves over verschillende spaarboekjes spreiden. 

Gangbaarheid

• Het woord 'spaarboek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spaarboek" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.