sneeuwvlok
Uiterlijk
- Geluid: sneeuwvlok (hulp, bestand)
- IPA: /'snewvlɔk/
- sneeuw·vlok
- samenstelling van sneeuw en vlok
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwvlok | sneeuwvlokken |
verkleinwoord | (sneeuwvlokje) | (sneeuwvlokjes) |
- (meteorologie) een kleine massa aaneengehechte sneeuwkristallen
- Er zijn een paar sneeuwvlokjes gevallen, maar er bleef niets liggen.
- ▸ Door een kier onder de deur kwamen er steeds sneeuwvlokken naar binnen gewaaid en ik voelde mijn slaapzak langzaam vochtig worden.[1]
1. een kleine massa aaneengehechte sneeuwkristallen
- Het woord sneeuwvlok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sneeuwvlok" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Meteorologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %