skall

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /skɑl/

Woordafbreking

• skall

Woordherkomst en -opbouw

• Verwant met de Noorse woorden  skjell zn  en  skål zn 

Naar frequentie	11153

Werkwoord

skall

1. gebiedende wijs van skalle

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	skall	skallet	skall	skalla skallene
genitief	skalls	skallets	skalls	skallas skallenes

Zelfstandig naamwoord

skall, o

1. schaal, schil (buitenkant)

   «Stor var min forbauselse da jeg skulle skrelle en apellsin og fant to små hagl mellom skallet og selve fruktkjøttet.»

   Mijn verbazing was groot toen ik een sinaasappel wilde schillen en tussen de schil en het vruchtvlees zelfs twee kleine hagelkorrels vond.

2. (natuurkunde) schil (van een atoom)

• 
  Eggeskall
  Eierschalen

Afgeleide begrippen

   

[1]:  appelsinskall zn  [1]:  bananskall zn  [1]:  eggeskall zn  [1]:  frøskall zn  [1]:  hummerskall zn  [1]:  krabbeskall zn  [1]:  kuleskall zn  [1]:  legdskall zn  [1]:  livskall zn  [1]:  misjonskall zn  [1]:  muslingskall zn  [1]:  nøtteskall zn  [1]:  potetskall zn  [1]:  rekeskall zn  [1]:  sitronskall zn  [1]:  vasskall zn  [1]:  ytterskall zn  [2]:  elektronskall zn

Verwante begrippen

• [1]:  hylster zn 

Opmerkingen

• Nynorsk:  skal zn 

Zelfstandig naamwoord

skall

1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van skall

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈskɑləs /

Woordafbreking

• skall

Werkwoord

skall

1. gebiedende wijs van skalle

Schrijfwijzen

•  skalla ww 
•  skalle ww