segment
Uiterlijk
- seg·ment
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cirkeldeel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1740 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | segment | segmenten |
verkleinwoord | segmentje | segmentjes |
het segment o
- onderdeel, elk van de delen die samen een constructie vormen
- deel van een cirkel of bol
- (biologie) elk van de min of meer gelijkvormige delen van een dier, plant of orgaan
- Het woord segment staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "segment" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "segment" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
segment m
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- seg·ment
- Afgeleid van het Latijnse segmentum
segment m
- IPA: /sɛgmɛnt/
- seg·ment
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Woorden in het Pools
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch