schod
Uiterlijk
schod
- IPA: /sxɔt/
- schod
schod m
- schod
- trede, traptrede; een deel van een trap waarop men kan staan
- (figuurlijk) graad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | schod | schody |
genitief | schodu | schodů |
datief | schodu | schodům |
accusatief | schod | schody |
vocatief | schode | schody |
locatief | schodu / schodě | schodech |
instrumentalis | schodem | schody |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
Categorieën:
- Woorden in het Plautdietsch
- Bijvoeglijk naamwoord in het Plautdietsch
- Woorden in het Slowaaks
- Woorden in het Slowaaks met IPA-weergave
- Voorvoegsel s- in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Woorden in het Tsjechisch met audioweergave
- Voorvoegsel s- in het Tsjechisch
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Figuurlijk in het Tsjechisch
- Mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Onbezield mannelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch