rokkostuum

Nederlands

twee heren met rokkostuum

Uitspraak

• Geluid:  rokkostuum    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rok·kos·tuum

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rok zn  en  kostuum zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rokkostuum	rokkostuums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rokkostuum o

1. avondkleding die mannen dragen bij gala's en ceremoniële bijeenkomsten

   • Quirijnen, voorzitter van de beroepsvereniging Uitvaartunie Vlaanderen, ziet ook ruimte om de sector die hij al dertig jaar kent, te moderniseren. ‘We willen het gebeuren af van het klassieke rokkostuum en de grote Amerikaanse auto’s’, zegt hij. ‘Wij willen het hele uitvaartgebeuren toegankelijker maken.’  
   • Enschede heeft zich officieel aangemeld voor de Distinguished Gentleman's Ride en conformeert zich daarmee aan de algemene regels en voorwaarden ten aanzien van veiligheid, snelheid, verzekering en 'dresscode': geen leren jacks, maar rokkostuums met zwaluwstaarten en een 'hoge zijde' op het hoofd, strakke streepjespakken met gilets, smokings met vlinderdassen en andere chique outfits.  

Vertalingen

    1. avondkleding die mannen dragen bij gala's en ceremoniële bijeenkomsten   

Engels: dress suit (en)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord rokkostuum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.