roerganger
Uiterlijk
- Geluid: roerganger (hulp, bestand)
- roer·gan·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roerganger | roergangers |
verkleinwoord | roergangertje | roergangertjes |
de roerganger m
- (scheepvaart) degene die aan het roer staat
1. degene die aan het roer staat
- Het woord roerganger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roerganger" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be