roeren
Uiterlijk
- roe·ren
- In de betekenis van ‘dooreenmengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
roeren |
roerde |
geroerd |
zwak -d | volledig |
roeren
- overgankelijk een vloeistof met een spaan in ronde beweging brengen
- overgankelijk een emotie in iemand oproepen
- Dat roerde hem zeer.
- wederkerend: zich ~: zich bewegen
- Het konijn roerde zich niet en wachtte geduldig tot de vos verdwenen was.
- wederkerend: zich ~: in opstand komen
- De bergbewoners van de Kaukasus roeren zich weer als vanouds.
- wederkerend: zich ~: geluid (herrie) maken
- De ongeduldige jongelui roerden zich tijdens het concert met boegeroep en andere ongein.
1. een vloeistof met een spaan in ronde beweging brengen
- tot tranen toe geroerd zijn
- zeer sterk ontroerd zijn
- de trom roeren
- op de trommel slaan
- maart roert zijn staart
- de laatste dagen van maart kunnen nog guur en koud weer geven
- zich niet kunnen roeren
- zich niet kunnen bewegen
de roeren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord roer
- Het woord roeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "roeren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %