Naar inhoud springen

robot

Uit WikiWoordenboek
  • ro·bot
  • van Tsjechisch robot, in de betekenis van ‘kunstmens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 (zie vindplaats hieronder) [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord robot robots
robotten
verkleinwoord robotje robotjes

de robotm

  1. (techniek) machine die beschikt over een stoffelijke vorm ('lichaam') en een beslissingsmodel (programma)
    • In de praktijk betekent het dat een robot voor verschillende producten kan worden ingezet, waar een numerieke machine slechts een (deels variabele) taak kan uitvoeren. 
     Er zijn enkele eerdere gevallen bekend over gewelddadige interacties tussen verdachten en de politie waarbij robots zijn gebruikt. Bijvoorbeeld bij een arrestatie in Albuquerque in de VS in 2014. Daar had een gewapende verdachte zich verschanst in een motelkamer. De politie gebruikte toen chemische munitie via een robot waarna de verdachte zich overgaf, zo staat te lezen in het officiële politierapport over de zaak.[3]
      Het stuk draagt den titel van R.U.R. ("Rossums Universal Robot"). Er is sprake in van een kunstmatigen mensch Robot genaamd, die door een fabriek op een afgelegen eiland in honderdduizenden exemplaren wordt vervaardigd.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. robot op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 september 2024 Weblink bron
    Mark Zaremba
    “'Politierobots zullen vaker verdachten gaan doden'” (10 oktober 2017) op tubantia.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 18 september 2024 Weblink bron Een merkwaardig tooneelstuk in: Heldersche Courant, jrg. 49 nr. 5359 (5 februari 1921), p. 7 kol. 5
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
naamwoord robot robots
robotte
verkleinwoord robotjie robotjies

robot

  1. (techniek) robot
  2. (verkeer) verkeerslicht, stoplicht
    «Wag eers, die robot is rooi.»
    Wacht even, het stoplicht staat op rood.


  • ro·bot
enkelvoud meervoud
robot robots

robot

  1. (techniek) robot
  2. (verkeer), (Zuid-Afrikaans Engels) verkeerslicht


robot

  1. (techniek) robot


  • Leenwoord uit het Tsjechisch

robot monbezield

  1. (techniek) robot


robot

  1. (techniek) robot


  • ro·bot

robot m

  1. (techniek) robot; een zelfstandig werkende humanoïde machine die een bepaalde taak uitvoert
  2. (techniek) robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert
  1. android monbezield
  • kuchynský robot m – keukenmachine


  • ro·bot
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord robota, het woord is voor het eerst gebruikt door de Tsjechische schrijver Karel Čapek in zijn toneelstuk R.U.R. op Wikipedia (nl) uit 1920. Het woord is echter bedacht door zijn broer Josef Čapek.

robot mbezield

  1. (techniek) robot; een zelfstandig werkende humanoïde machine die een bepaalde taak uitvoert
  2. (techniek) robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert



  1. android monbezield
  2. robot monbezield

robot monbezield

  1. robot; een machine die een bepaalde activiteit uitvoert

robot

  1. genitief meervoud van robota


robot g

  1. (techniek) robot
  2. (militair) geleide raket
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   robot     roboten     robotar     robotarna  
genitief   robots     robotens     robotars     robotarnas