Naar inhoud springen

regnare

Uit WikiWoordenboek
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
rēgnāre rēgnō rēgnāvī rēgnātum
eerste vervoeging volledig

rēgnāre

  1. heersen
  2. tweede persoon enkelvoud imperativus praesens passief van rēgnāre