rast
Uiterlijk
- rast
rast
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van ras
- Het woord rast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
rast g
- pauze
- «Barnen har rast halv elva varje dag.»
- De kinderen hebben elke dag om half elf pauze.
- «Barnen har rast halv elva varje dag.»
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | rast | rasten | raster | rasterna |
genitief | rasts | rastens | rasters | rasterna |
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 4
- Woorden in het Zweeds met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds