pusher

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pusher    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pu·sher

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van pushen met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pusher	pushers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pusher m

1. iemand die op opdringerige wijze probeert iets te verkopen

   • Vandaag koppen de financiële pagina’s dat de AFM hierop in wil grijpen. Volkomen terecht, want zonder bescherming van de consument wordt dit een volgende deceptie voor u als belegger. Zeker 80% van de 4.500 trackers is niet relevant voor u, en het is inderdaad lastig om te zien welke nu wel en niet goed zijn. Het is dus hoog tijd om een aantal kwaliteitseisen aan te leggen. Niet in de laatste plaats aan de (motieven van) de pushers die u dit soort producten aanbieden. Vraagt u vooral door bij uw adviseur en gebruik internet om informatie te vergaren.  
   • Er zullen nog „genoeg mensen worden gedood tot de laatste pusher van straat is”, zei hij. Sinds Duterte twee maanden geleden zijn ambt aanvaardde, zijn meer dan 2400 veronderstelde drugshandelaren of -gebruikers gedood.  

2. iemand die aanzet tot drugsgebruik

Synoniemen

• [2] drugsdealer, drugshandelaar

Vertalingen

    2. iemand die aanzet tot drugsgebruik   

Engels: pusher (en)

Gangbaarheid

• Het woord pusher staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pusher" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.