prendar
Uiterlijk
- pren·dar
prendar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prendar |
prendaba |
prendado |
volledig |
- overgankelijk een onderpand nemen van
- overgankelijk de genegenheid winnen van
- prendar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española