Naar inhoud springen

parsen

Uit WikiWoordenboek
  • par·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parsete
geparset
zwak -t volledig [A]

[A] parsen

  1. overgankelijk (informatica) het automatisch syntactisch analyseren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
parsen
parste
geparst
zwak -t volledig [B]

[B] parsen

  1. (verouderd)  persen ww 

de parsenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord par
18 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[2]