Naar inhoud springen

pakket

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Paket
  • pak·ket
enkelvoud meervoud
naamwoord pakket pakketten
verkleinwoord pakketje pakketjes

het pakketo

  1. een verzameling voorwerpen of begrippen
    • De minister kondigde een pakket maatregelen af. 
  2. (post) klein pak, bijvoorbeeld per post
    • Vanochtend bracht de postbode een pakket. 
     Tot mijn grote verrassing kreeg ik ook een pakket van de firma Zpacks.[3]
  3. verzameling maatregelen
     Door de energiecrisis en de inflatie staat vooral de koopkracht van mensen met een laag of middeninkomen onder druk. Voor de laagste inkomens presenteerde het kabinet dit voorjaar al een pakket van 6 miljard euro. Minima krijgen een energietoeslag van 800 euro, het minimumloon en de AOW worden verhoogd en de energiebelasting wordt verlaagd.[4]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]
  1. pakket op website: Etymologiebank.nl
  2. "pakket" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 11 juni 2022 Weblink bron “Rutte wil kijken naar toeslag van 500 euro voor lage en middeninkomens” (15 juni 2022), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • pak·ket

pakket

  1. voltooid deelwoord van pakke


  • pak·ket
Naar frequentie 2935

pakket

  1. verleden tijd van pakke
  2. voltooid deelwoord van pakke

pakket, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakk


  • pak·ket

pakket, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van pakk