overweging
Uiterlijk
- Geluid: overweging (hulp, bestand)
- over·we·ging
- Naamwoord van handeling van overwegen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overweging | overwegingen |
verkleinwoord | overweginkje | overweginkjes |
de overweging v
- beoordeling van argumenten, ergens over nadenken om tot een beslissing te komen
- "Bij de kort daarop gevolgde oprigting der Leidsche hoogeschool schijnt men in overweging genomen te hebben, om aan hem een hoogleeraarsambt op te dragen, maar hiervan is niets gekomen." [1]
- kostenoverweging, milieuoverweging, beleidsoverweging, gevoelsoverweging, privacyoverweging, carrièreoverweging, efficiencyoverweging, gezondheidsoverweging, veiligheidsoverweging, bezuinigingsoverweging, concurrentieoverweging, rechtvaardigheidsoverweging
1. beoordeling van argumenten
- Het woord overweging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "overweging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Aa, A.J. van der; Karel Johan Reinier van Harderwijk en Gilles Dionysius Jacobus Schotel (1862). Biographisch woordenboek der Nederlanden, p. 238. Uitg.: J.J. van Brederode.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be