orgie

2. losbandig feest waar de gasten zich vermaken met veel drank of seks

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  orgie    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈɔrxi/ (of:  /ɔrˈxi/  bij meer oorspronkelijke uitspraak uit het Frans)

Woordafbreking

• or·gie

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘losbandig drinkgelag’ voor het eerst aangetroffen in 1824
• van Frans orgie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	orgie	orgiën orgies orgieën
verkleinwoord	orgietje	orgietjes

Zelfstandig naamwoord

de orgie v

1. (feest), (religie) in het oude Griekenland een extatisch feest ter ere van een godheid, met name Dionysus (meestal meervoud)
2. (feest) losbandig feest waar de gasten zich vermaken met veel drank of seks
3. (figuurlijk) buitensporige hoeveelheid

Afgeleide begrippen

• [2] cocaïneorgie

Vertalingen

    1.   

Duits: Orgie (de) v Engels: orgy (en)

Frans: orgie (fr) v Spaans: orgía (es) v

Gangbaarheid

• Het woord orgie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "orgie" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Frans

Uitspraak

• Geluid:  orgie    (hulp, bestand)
• IPA: \ɔʁ.ʒi\

Woordherkomst en -opbouw

• via Latijn orgia uit Oudgrieks ὄργια (órgia) "geheime eredienst, meestal gewijd aan Dionysus"

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
orgie	l'orgie	orgies	les orgies

Zelfstandig naamwoord

orgie v

1. (feest), (religie) in het oude Griekenland een extatisch feest ter ere van een godheid, met name Dionysus
2. (feest) feest waar de gasten zich vermaken met drank en seks
3. (figuurlijk) buitensporige hoeveelheid

Overerving en ontlening

• Nederlands: orgie