Naar inhoud springen

oogglas

Uit WikiWoordenboek
  • oog·glas
enkelvoud meervoud
naamwoord oogglas oogglazen
verkleinwoord oogglaasje oogglaasjes

het oogglaso

  1. (optica) een bril voor één oog
    • Zijn grootvader droeg nog een oogglas aan een kettinkje. 
83 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be