onverrast
Uiterlijk
- on·ver·rast
stellend | |
---|---|
onverbogen | onverrast |
verbogen | onverraste |
partitief | onverrasts |
onverrast
- zonder verbazing
- ▸ ‘Het is jammer dat we je zo weinig gezien hebben, Toon’, zei Dick. ‘Ik hoop volgende keer eens wat meer van je te horen. Misschien kan je wel mee terugrijden’.
‘O natuurlijk’, zei ik, ‘als je daar zin in hebt’.
Toon knikte onverrast, en zei dat hij het graag zou doen.[1]
- ▸ ‘Het is jammer dat we je zo weinig gezien hebben, Toon’, zei Dick. ‘Ik hoop volgende keer eens wat meer van je te horen. Misschien kan je wel mee terugrijden’.
- Het woord 'onverrast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Mijn vriendelijke aard, Stichting Hollands Weekblad, Den Haag in: Hollands Maandblad., jrg. 6 nr. 2 (oktober 1964), p. 22
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel on- in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal