onrijm
Uiterlijk
- on·rijm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onrijm | |
verkleinwoord |
het onrijm o
- proza
- ▸ Een derde artikel behandelt zijn roman ”Laurens Arminius”, samenspraken over de auteur en een aantal tijdgenoten „in onrijm en rijm.” Weyerman blijkt onmisbaar voor wie de achttiende eeuw van binnenuit wil leren kennen.[2]
- niet rijmend gedicht
- Het woord onrijm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "onrijm" herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Drs. G. C. de Waard“Verbetering van het individu en de wereld” (23-10-2002), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be