onherbergzaam
Uiterlijk
- on·her·berg·zaam
- afleiding van herbergzaam met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onherbergzaam | onherbergzamer | onherbergzaamst |
verbogen | onherbergzame | onherbergzamere | onherbergzaamste |
partitief | onherbergzaams | onherbergzamers | - |
onherbergzaam [1]
- een streek: woest en zonder goede verblijfplaatsen
- Wij hebben deze vakantie een lange wandeltocht gemaakt door een mooie maar onherbergzame streek.
- Weinigen die een goed woord overhebben voor de Amerikaanse monstertrucks: benzineslurpende speeltjes van te rijke boys with toys, die patserig uitpakken met hun pk’s. Maar in Texas winnen de ronkende motoren dezer dagen aan sympathie. In onherbergzaam gebied komen de trucks nu eenmaal goed van pas en blijken ze een uitstekend hulpmiddel om bewoners te evacueren, die door de overstromingen als gevolg van de orkaan Harvey ingesloten raakten. [2]
- Samen met haar familie legde Uzbeki in 2015 een tocht van duizenden kilometers af om van de stad Kunduz in Afghanistan naar Zweden te komen. Op hun tocht trokken ze door de meest onherbergzame gebieden in landen als Iran, Turkije en Griekenland en werd de hoogbejaarde vrouw om beurten gedragen door haar zoon en kleinzonen. [3]
- Het woord onherbergzaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard MAANDAG 4 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia Jules van der Leeuw 24-08-2017