onaandachtig
Uiterlijk
- on·aan·dach·tig
- afgeleid van aandachtig met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onaandachtig | onaandachtiger | onaandachtigst |
verbogen | onaandachtige | onaandachtigere | onaandachtigste |
partitief | onaandachtigs | onaandachtigers | - |
onaandachtig [1]
- niet aandachtig
- Het woord onaandachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.