ober
Uiterlijk
- ober
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kelner’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1906 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ober | obers |
verkleinwoord | obertje | obertjes |
de ober m
- (beroep) een bediende in een restaurant of café
- ▸ De Nationale 7 past in dit ideaal van slow driving. Je rijdt door plaatsen die je alleen kent van de borden boven de snelweg. Nevers, Lyon, Valence, Montélimar. Zo vind je jezelf terug op een warme zomeravond op een pleintje in de oude stad van Montélimar, bij restaurant Aux Gourmands, waar de ober vertelt dat de pistachenoten bij de tarte tatin afkomstig zijn van een lokale producent die maar twee bomen heeft.[2]
- ▸ De broers maakten deel uit van een groep van zeven Nederlandse toeristen die op een caféterras in het centrum van Praag een ober in elkaar sloegen. Het slachtoffer hield ernstige verwondingen over aan de mishandeling, waaronder een gebroken kaak en een gebroken oogkas. Hij lag drie weken in het ziekenhuis en eist een schadevergoeding.[3]
1. een bediende in een restaurant of café
- Het woord ober staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ober" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ober" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron “Nederlandse broers 'schamen zich' voor mishandeling Praagse ober” (Maandag 15 april 2019, 09:35), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ɔbɛr/
- o·ber
- Afgeleid van het Duitse Ober
ober m
- IPA: /ɔbɛr/
- ober
ober
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het perfectieve werkwoord obrat
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Verouderd in het Pools
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch