nostril
Uiterlijk
- Geluid: nostril (VK) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈnɑ.stɹəl/
- erfwoord via Middelengels nostrille van Angelsaksisch nosþȳrel; cognaat met Fries noaster
enkelvoud | meervoud |
---|---|
nostril | nostrils |
nostril
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "nostril" herkend door:
99 % | van de Amerikanen; |
99 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be