modderig
Uiterlijk
- mod·de·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | modderig | modderiger | modderigst |
verbogen | modderige | modderigere | modderigste |
partitief | modderigs | modderigers | - |
modderig
- vuil door vochtige aarde
- Hij loopt met zijn modderige laarzen door het pas schoongemaakte huis.
- met de aard van modder, blubber
- Na de regenbui was het erf een grote modderige bende geworden.
- ▸ 'Heil Hitler'March negeerde hem en gleed de modderige oever af om de dode te onderzoeken.[1]
- Het woord modderig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "modderig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ “Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be