mixte
Uiterlijk
- mix·te
vervoeging van |
---|
mixen |
mixte
- enkelvoud verleden tijd van mixen
- Ik mixte.
- Jij mixte.
- Hij, zij, het mixte.
- Ik mixte.
- Het woord mixte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
mixen |
mixte