minster

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  minster    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• min·ster

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van minnen met het achtervoegsel -ster

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	minster	minsters
verkleinwoord	minstertje	minstertjes

Zelfstandig naamwoord

de minster m

1. (verouderd) minnares, vrouwelijke geliefde

Verwante begrippen

• minner

Gangbaarheid

• Het woord 'minster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.