mesure
Uiterlijk
- me·sure
mesure v
- afmeting
- (gestandaardiseerde) eenheid van lengte, oppervlakte of inhoud
- «Le mètre est une mesure de longueur, le kilogramme une mesure de masse, le litre une mesure de capacité.»
- De meter is een eenheid van lengte, de kilogram een eenheid van massa, de liter een eenheid van inhoud.
- «Le mètre est une mesure de longueur, le kilogramme une mesure de masse, le litre une mesure de capacité.»
- (figuurlijk) matiging, gematigdheid
- mate, verhouding, in à la ~ de: in verhouding tot, afgemeten aan
- maatregel
- (muziek) manier om een muziekstuk in te delen
vervoeging van |
---|
mesurer |
mesure
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van mesurer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van mesurer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van mesurer
- ↑ Weblink bron mesure in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition (huidig) op dictionnaire-academie.fr