meerboei
Uiterlijk
- meer·boei
- samenstelling van meer en boei
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | meerboei | meerboeien |
verkleinwoord | meerboeitje | meerboeitjes |
de meerboei m
- (scheepvaart) een drijver waaraan boten kunnen afmeren
- Een getijhaven vol met jachten aan meerboeien.
1. een drijver waaraan boten kunnen afmeren
- Het woord meerboei staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.