massiviteit
Uiterlijk
- Geluid: massiviteit (hulp, bestand)
- mas·si·vi·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | massiviteit | massiviteiten |
verkleinwoord |
de massiviteit v
- een enorm gewicht
- ▸ Haar ranke lijf had zijn eigen massiviteit bestaansrecht verleend.[1]
- (figuurlijk) een grote invloed van iets of iemand
- Het woord massiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672