marxisme
Uiterlijk
- mar·xis·me
- eponiem afgeleid van de 19e-eeuwse Duitse politiek-econoom K. Marx met het achtervoegsel -isme, in de betekenis van ‘politieke leer’ voor het eerst aangetroffen in 1909 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marxisme | - |
verkleinwoord |
het marxisme o
- (politiek) de socialistische ideologie van de volgelingen van Karl Marx
- De linkse studenten dweepten met het marxisme.
1. de socialistische ideologie van de volgelingen van Karl Marx
- Het woord marxisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marxisme" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ marxisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "marxisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Eponiem in het Nederlands
- Achtervoegsel -isme in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Politiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %