manta

Nederlands

manta alfredi

Uitspraak

• Geluid:  manta    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• man·ta

Woordherkomst en -opbouw

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	manta	manta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de manta m

1. (kraakbeenvissen) een geslacht Manta  uit de familie van de adelaarsroggen (Myliobatidae ). De wetenschappelijke naam van het geslacht is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1829 door Bancroft

Hyperoniemen

• adelaarsroggen, roggen, haaien en roggen, kraakbeenvissen, kaakdieren, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• reuzenmanta

Gangbaarheid

• Het woord manta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• man·ta

enkelvoud	meervoud
manta	mantas

Zelfstandig naamwoord

manta v

1. deken

Verwijzingen

• manta in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española