mandragora

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mandragora    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• man·dra·go·ra

Woordherkomst en -opbouw

• mogelijk afkomstig van het Perzische مردم‌گیاه mardum-giâ (of mardom-giâ, mensenkruid). Een andere mogelijke verklaring is dat het woord mandragora teruggaat op het Griekse woord mandra, dat vee, stal of kudde kan betekenen. De oudst bekende verwijzing naar een plant met een gelijkende naam stamt uit de 14e/15e eeuw voor Christus: op Assyrië kleitabletten wordt een plant met de naam nam-tar-gir(a) genoemd, die door sommige schrijvers voor Mandragora wordt gehouden

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mandragora	mandragora's
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de mandragora v / m

1. (bloemplanten) een geslacht Mandragora  van kruidachtige, bedwelmende planten planten uit de nachtschadefamilie (Solanaceae ) voorkomend in Zuid-Europa

Hyperoniemen

• nachtschadefamilie, zaadplanten, asteriden, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• alruin

Gangbaarheid

• Het woord mandragora staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] mandragora op Wikidata