lock-up
Uiterlijk
- lock-up
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lock-up | lock-ups |
verkleinwoord | - | - |
de lock-up m
- (effectenhandel) regeling waarbij er na de uitgifte van nieuwe aandelen een periode is waarin bestaande grootaandeelhouders of personen die nauw aan het bedrijf verbonden zijn hun aandelen niet kunnen verkopen
Deze regeling beschermt kopers van de nieuwe aandelen tegen koersdaling.- ▸ Een tijdelijk verkoopverbod na de uitgifte van aandelen (de zogeheten lock-up) is op zijn best een noodzakelijk kwaad. Het tijdelijk verkoopverbod kan helpen de belangen van ingewijden en nieuwe aandeelhouders in bedrijven die naar de beurs gaan op één lijn te brengen. Het verbod voorkomt dat financiers hun aandelen bij een beursgang en masse verkopen.[1]
- (techniek) (verkeer) mechanisme bij een automatische versnellingsbak dat slippen daarbinnen voorkomt door een directe verbinding met de aandrijving en zo energie bespaart
- ▸ De meest geavanceerde automatische versnellingsbakken zijn uitgerust met een automatische lock-up, waardoor in de derde en vierde versnelling vanaf een bepaalde snelheid wordt overgeschakeld op een gedeeltelijke of geheel mechanische verbinding. De koppelomvormer wordt dan uitgeschakeld, waardoor er in die versnellingen ook geen vermogensverlies als gevolg van een slippende koppelomvormer meer optreedt. De prestaties worden beter en het verbruik wordt lager.[2]
- Het woord lock-up staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Mike Monnelly“Verkoopverbod vaak oneigenlijk gebruikt” (17 augustus 2001) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Automaat wordt steeds slimmer in: Reformatorisch Dagblad (16 juli 1992), p. 15 kol. 3
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Effectenhandel in het Nederlands
- Techniek in het Nederlands
- Verkeer in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal