lijgierig
Uiterlijk
- lij·gie·rig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lijgierig | lijgieriger | lijgierigst |
verbogen | lijgierige | lijgierigere | lijgierigste |
partitief | lijgierigs | lijgierigers | - |
lijgierig
- (scheepvaart) de neiging hebbend om van de wind af te vallen
- Door die verandering is mijn boot nog lijgieriger geworden.
- Het woord 'lijgierig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.