leverancier
Uiterlijk
- Geluid: leverancier (hulp, bestand)
- le·ve·ran·cier
- In de betekenis van ‘die waren levert’ voor het eerst aangetroffen in 1640 [1]
- afgeleid van leverantie met het achtervoegsel -ier [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leverancier | leveranciers |
verkleinwoord | - | - |
- (beroep) iemand die artikelen levert
- (bedrijfskunde) bedrijf dat artikelen levert
- leveranciersafhankelijkheid, leverancierscode, leveranciersdiscontokrediet, leverancierskeuze, leverancierskrediet, leveranciersmanagement, leveranciersnummer, leveranciersonafhankelijkheid, leveranciersoverleg, leveranciersselectie, leveranciersstandaard
- Het woord leverancier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "leverancier" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "leverancier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ leverancier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ier in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Bedrijfskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %