lenteweer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lenteweer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• len·te·weer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  lente  en  weer 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lenteweer	-
verkleinwoord	lenteweertje	lenteweertjes

Zelfstandig naamwoord

het lenteweer o

1. (meteorologie) zacht aangenaam weer zoals dat in het lente soms voorkomt

Synoniemen

• lenteweder, voorjaarsweer

Verwante begrippen

• herfstweer, zomerweer, winterweer

Vertalingen

    1.   

Duits: Frühlingswetter (de) o Engels: spring weather (en)

Frans: météo de printemps (fr) m Spaans: tiempo primaveral (es) v

Gangbaarheid

• Het woord lenteweer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lenteweer" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.