lasciviteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lasciviteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• las·ci·vi·teit

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn
• afgeleid van lascief met het achtervoegsel -iteit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lasciviteit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lasciviteit v

1. het dartel of frivool zijn

Synoniemen

• wulpsheid, frivoliteit, dartelheid

Gangbaarheid

• Het woord 'lasciviteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lasciviteit" herkend door:

28 %	van de Nederlanders;
34 %	van de Vlamingen.