landman
Uiterlijk
- land·man
- samenstelling van land en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landman | landmannen landlieden landlui |
verkleinwoord | landmannetje | landmannetjes |
de landman m
- (verouderd) een plattelandsbewoner
- De landman zegt hem altijd gedag als hij langsfietst.
- Het woord landman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "landman" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be