lagenmaat
Uiterlijk
- la·gen·maat
- samenstelling van laag en maat met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lagenmaat | lagenmaten |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) bij metselwerk: de dikte van de steen plus de dikte van de lintvoeg
- Het woord lagenmaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.