kwadrant
Uiterlijk
- kwa·drant
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘cirkelsector met een kwart van de oppervlakte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1745 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kwadrant | kwadranten |
verkleinwoord | kwadrantje | kwadrantjes |
het kwadrant o
- (wiskunde) elk van de vier gelijke delen van een cirkel, verdeeld door twee loodrecht op elkaar staande diameters
- Dit punt ligt in het tweede kwadrant.
- Het woord kwadrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kwadrant" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "kwadrant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be