krak
Uiterlijk
- krak
krak
- geluid wat ontstaat als iets breekt [5]
- 'Pap, ik geloof dat ik weet wat een wonder is. Moet je horen: Twee oudjes hadden eens een kipje, en dat kipje heette Stipje. 't Legt een eitje voor de ouden, geen gewoon, maar een gouden. Man sloeg met een bezemsteel, maar het eitje bleef toch heel. Vrouw sloeg met een bezemsteel, maar het eitje bleef toch heel. Toen kwam er een muisje aan, dat ging met zijn staartje slaan, en warempel, dat ging lukken, 't eitje viel in duizend stukken. Eerst huilt hij, dan huilt zij, daarna huilen allebei..: Vader: 'Logisch gezien is het volstrekt absurd. Ze slaan op het eitje, maar het breekt niet, en dan ineens krak! Toch luisteren kinderen al jaren, wat zeg ik, eeuwen, naar dat sprookje als naar een gedicht:[6]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | krak | krakken |
verkleinwoord | krakje | krakjes |
de krak m [7] [8] [9] [10] [11]
- een kort scherp geluid zoals men o.a. hoort wanneer sommige voorwerpen breken of dreigen te breken [12]
vervoeging van |
---|
krakken |
krak
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krakken
- Ik krak.
- gebiedende wijs van krakken
- Krak!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krakken
- Krak je?
- Het woord krak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krak" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[13] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ krak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ krak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ krak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ krak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Aleksievic, Svetlana Aleksandrovna2015 Het einde van de rode mens vertaald door Jan Robert Braat 2015 ISBN 978-90-234-9802-5 pagina 146-7
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Tussenwerpsel in het Nederlands
- Trefwoorden in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 92 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %