kosovský

Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Kosovo met het achtervoegsel -ský

Zelfstandig naamwoord

kosovský

1. (demoniem) Kosovaars; met betrekking tot het land Kosovo
2. (demoniem) Kosovaars; met betrekking tot het volk de Kosovaren

Typische woordcombinaties

• Kosovská republika v

Verwante begrippen

• Kosovčan m
• Kosovčanka v

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /kɔsɔfskiː/

Woordafbreking

• ko·sov·ský

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van de eigennaam Kosovo met het achtervoegsel -ský

Zelfstandig naamwoord

kosovský

1. (demoniem) Kosovaars; met betrekking tot het land Kosovo

   «Kosovská společnost je vysoce sekularizována.»

   De Kosovaarse gemeenschap is sterk seculier.

2. (demoniem) Kosovaars; met betrekking tot het volk de Kosovaren

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	kosovský		kosovská	kosovské	kosovští	kosovské		kosovská
genitief	kosovského		kosovské	kosovského	kosovských
datief	kosovskému		kosovské	kosovskému	kosovským
accusatief	kosovského	kosovský	kosovskou	kosovské	kosovské			kosovská
vocatief	kosovský		kosovská	kosovské	kosovští	kosovské		kosovská
locatief	kosovském		kosovské	kosovském	kosovských
instrumentalis	kosovským		kosovskou	kosovským	kosovskými

Vervoeging

stellend	kosovský
vergrotend	kosovštější
overtreffend	nejkosovštější

Typische woordcombinaties

• Kosovská republika v

Verwante begrippen

• Kosovan m bezield
• Kosovanka v

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)