koffieplant

Nederlands

Coffea arabica

Uitspraak

• Geluid:  koffieplant    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kof·fie·plant

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  koffie  en  plant 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	koffieplant	koffieplanten
verkleinwoord	koffieplantje	koffieplantjes

Zelfstandig naamwoord

de koffieplant v / m

1. (plantkunde) Coffea arabica  Coffea  altijdgroene heester met leerachtige bladeren en witte bloemen waarvan de vrucht twee tegen elkaar liggende zaden bevat (koffiebes, koffieboon), waarvan de koffie bereid wordt

Synoniemen

• koffieboom, koffiestruik, koffieheester

Vertalingen

    1.   

Afrikaans: coffea (af) Arabisch: بن (شجرة) (ar) Azeri: qəhvə ağacı (az) Baskisch: kafe-landare (eu) Chinees: 咖啡屬 (zh) Deens: kaffe-slægten (da) Duits: Kaffeepflanze (de) Engels: coffea (en) Esperanto: kafarbo (eo) Estisch: kohvipuu (et) Fins: kahvipensaat (fi) Frans: caféier (fr) Grieks: Καφεόδεντρο (el) Hebreeuws: קפה (צמח) (he) Indonesisch: coffea (id) Italiaans: coffea (it) Japans: コーヒーノキ (ja) Javaans: coffea (jv) Kazachs: Кофе ағашы (kk) Koreaans: 커피나무 (ko) Latijn: coffea (la) Litouws: kavamedis (lt)

Macedonisch: Кафе (растение) (mk) Malayalam: കാപ്പി (ml) Noors: kaffeplanter (no) Nynorsk: kaffiplante (nn) Occitaans: coffea (oc) Oekraïens: Кавове дерево (uk) Oppersorbisch: kofejowc (hsb) Perzisch: قهوه (گیاه) (fa) Pools: kawowiec (pl) Portugees: cafeeiro (pt) Roemeens: arborele de cafea (ro) Russisch: Кофе (род) (ru) Sanskriet: काफीसस्यम् (sa) Servisch: Кафа (биљка) (sr) Sloveens: kavovec (sl) Slowaaks: kávovník (sk) Spaans: coffea (es) Swahili: mbuni (mmea) (sw) Tataars: Каһвә агачы (tt) Tsjechisch: kávovník (cs) Vietnamees: chi Cà phê (vi) Zweeds: kaffesläktet (sv)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord koffieplant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.