klovenier

Nederlands

1. Een Dordtse klovenier staat afgebeeld voor zijn compagnie (1787).

Uitspraak

• Geluid:  klovenier    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌklovəˈnir / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• klo·ve·nier

Woordherkomst en -opbouw

• van Middelnederlands coloverier

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	klovenier	kloveniers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de klovenier m

1. (militair) (geschiedenis) soldaat die een schietbus gebruikt

   ▸ In opdracht van het Amsterdamse schuttersgilde der kloveniers voltooide hij Het kapiteinschap van Frans Banning Cocq, beter bekend als De Nachtwacht.

   ▸ Zo’n stuk geschut werd destijds clover genoemd en de man die het afschoot, klovenier.

Synoniemen

• kolvenier (uitspraakvariant)

Hyperoniemen

• schutter

Gangbaarheid

• Het woord klovenier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.