klikspaan
Uiterlijk
- klik·spaan
- In de betekenis van ‘klikker’ voor het eerst aangetroffen in 1691 [1]
- samenstelling van klik ww en spaan [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klikspaan | klikspanen |
verkleinwoord | klikspaantje | klikspaantjes |
- iemand die regelmatig klikt
- Het woord klikspaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klikspaan" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "klikspaan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ klikspaan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be