kinderziekenhuis
- kin·der·zie·ken·huis
- samenstelling van kind zn en ziekenhuis zn met het invoegsel -er- [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | kinderziekenhuis | kinderziekenhuizen |
| verkleinwoord |
het kinderziekenhuis o
- (medisch) een ziekenhuis gespecialiseerd in de behandeling van kinderen
- ▸ In een Duits kinderziekenhuis heeft een 'vervuilde' wasmachine in 2012 een besmetting met een resistente bacterie veroorzaakt bij pasgeboren baby's. Dat blijkt uit onderzoek van het Universiteitsziekenhuis in Bonn.[2]
- ▸ Na de knuffelregen voor de patiëntjes van het Sophia Kinderziekenhuis, vorig weekeinde in de Rotterdamse Kuip, is er met de resterende knuffels 20.000 euro opgehaald, meldt Rijnmond. Vierduizend knuffels mochten supporters van ADO Den Haag meenemen naar de uitwedstrijd van hun club in Rotterdam.[3]
1. een ziekenhuis gespecialiseerd in de behandeling van kinderen
- Het woord kinderziekenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron “Kinderen in Duits ziekenhuis raakten besmet door 'vuile' wasmachine” (06-10-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Knuffelregen ADO-supporters levert nog eens 20.000 euro op” (21-09-2019), NOS