kimnaad
Uiterlijk
- kim·naad
- samenstelling van kim en naad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kimnaad | kimnaden |
verkleinwoord | kimnaadje | kimnaadjes |
de kimnaad m
- (bouwkunde) hoek tussen de vloer en de muur
- Het woord 'kimnaad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.